Zaaien is de goedkoopste manier om groente en bloemen te kweken. Een pakje zaad kost niet veel, en als u dit jaar niet alle zaadjes gebruikt, dan bewaart u de rest voor het volgende seizoen. U kunt uw zaden kopen bij de verschillende tuincentra of bij online webwinkels. Voordeel van de webwinkels is dat het assortiment vele male groter is, en u op uw gemak de zaden kunt uitkiezen.
Wat heeft u nodig om te beginnen met zaaien?
- Zaaibakjes met een transparante deksel.
- Zand en potgrond of nog beter speciale zaai- en stekgrond
- Schepje
- Gieter met sproeikop
- Etiketten en stekertjes om de naam van het zaaigoed op te schrijven
- En als laatste natuurlijk: zaden
Stappenplan
Lees de instructies
Lees eerst rustig de instructies op de achterzijde van het zakje. Zoek desnoods voor meer informatie op het internet, vaak kunt u al veel informatie halen bij de website van uw zaadhandel.
De grond
Zaait u direct in de volle grond, spit de grond dan goed om, circa 30 cm diep. Verwijder keien, stenen, onkruid en verrijk de grond eventueel met compost, turf of potgrond. Breek de grote kluiten grond met een hark en wacht vervolgens twee weken, De aarde is dan op een natuurlijke manier weer “aangedrukt” en is na even harken klaar voor zaaien.
Voor het binnenshuis zaaien in zaaibakjes kunt u gebruik maken van kant en klare zaai- en stekgrond. Een goedkopere optie is een goede kwaliteit potgrond vermengen met wat scherp zand. Als verhouding grofweg 1 deel scherp zand op 7 delen potgrond. Gebruik natuurlijk geen grond welke u al eerder heeft gebruikt.
Zaaibakjes
Gebruik speciale zaaibakjes met een wat hogere transparante deksel. Voor het ontkiemen kunt u natuurlijk ook de bakjes van de chinees gebruiken, de plantjes worden echter al snel te hoog en moeten eerder worden verplant.
Sommige zaden hebben een constante relatief hogere temperatuur nodig om te ontkiemen, hoger dan 18°C. Hiervoor is een zaaibakje met een verwarmingselement erg handig. Om de juiste temperatuur te behouden moet uvariëren met meer/minder zand tussen verwarmingselement en het zaadbakje. Sommige zaaibakjes hebben zelfs een ingebouwde thermostaat, zodat ook dat geen probleem meer is.
Zaaien
Vul de zaadbakjes met de zaaigrond en zaai de zaden niet te diep. Bedek de zaden slechts met een heel luchtig laagje zaaigrond, scherp zand of vermiculiet. Met name de lichtkiemers alleen maar wat aandrukken met de handpalm, deze hebben juist licht nodig om te ontkiemen!
Gebruik niet alle zaden uit het zakje in één keer. Meestal is dit veel te veel en mocht er iets mislukken dan kunt u het tenminste nog eens proberen. Daarnaast zijn de meeste zaden ook nog het volgende jaar te gebruiken, in sommige gevallen zelfs nog langer. De kiemkracht zal natuurlijk wel langzaamaan afnemen maar is meestal nog ruim voldoende om het grootste deel van de zaden te laten ontkiemen.
Standplaats
Zet de zaadbakjes op een lichte plek en houdt de grond licht vochtig. De temperatuur is afhankelijk van de plantensoort, bekijk hiervoor de instructies op de achterzijde van het zakje. Pepers hebben bijvoorbeeld een temperatuur van boven de 20°C nodig, terwijl andere soorten een temperatuur van 15°C al genoeg vinden.
Labelen
Vergeet uw zaaigoed niet te labelen. Het klinkt misschien overbodig, maar na een aantal weken en wat heen en weer geschuif verder weet u echt niet meer welke van de 3 tomaatrassen dit potje nu was. Gebruik simpelweg stekertjes met een watervaste stift of een labelwriter.
Verspenen
Wanneer jonge zaailingen in een kweekbakje drie of vier blaadjes hebben, moeten ze verspeend worden. Dat wil zeggen dat u de zaailingen voorzichtig van elkaar scheidt met behulp van een mesje, en vervolgens in aparte potjes plant. Op deze manier kunnen de zaailingen zich verder ontwikkelen en krachten opdoen voordat ze op hun definitieve plek geplant worden. Geef de jonge plantjes flink water en houd de grond daarna iets vochtig.
Vindt u dit te veel gepriegel, dan kunt u er natuurlijk ook voor kiezen om niet te zaaien in een zaadbakje maar in kleine minipotjes. Gebruik 2 zaadjes per potje en verwijder uiteindelijk de zwakste zaailing. Op deze manier hoeft u niet te verspenen, is er geen kans om de jonge zaailing te beschadigen en hoeft u niet te priegelen.
Uitdunnen
Heeft u in de volle grond gezaaid, dan moet u uw zaaigoed uitdunnen. U kunt uw zaad nog zo mooi verspreidt hebben, toch moeten zaailingen die op een kweekbed groeien uitgedund worden, doe dit zodra de plantjes 3-5 blaadjes hebben. Haal de zwakste plantjes weg en creëer zo een vrije ruimte die net iets kleiner is dan de diameter van het plantje. Op deze manier krijgen de overblijvers meer licht, kunnen hun wortelgestel beter ontwikkelen en groeien uit tot sterkere planten.
Uitplanten
Het is moeilijk te weerstaan als de zon weer heerlijk schijnt in de tuin, maar begin niet te vroeg met uitplanten. Halverwege mei kunt u beginnen met uitplanten, maar houdt er rekening mee dat het ook na ijsheiligen nog vriezen.
Plaats de planten niet van de ene op de andere dag buiten in de kou, laat ze eerst even wennen. U kunt de planten afharden door ze overdag steeds buiten in het zonnetje te zetten en vervolgens ’s nachts weer binnen te halen. Of plaats de planten in de tuin op een zonnige maar beschutte plek vlak tegen de muur, en bescherm indien mogelijk tegen weer en wind. Wordt het ’s nachts alsnog erg koud, haal de planten dan toch nog maar even naar binnen. Heeft u een kasje, dan kunt u deze natuurlijk goed gebruiken voor de overgang.